Spreekbeurt

Mijn jongste zoon zit in groep vijf. Dit jaar moeten de kinderen een spreekbeurt houden over een onderwerp dat binnen de thema’s passen, die ze dit jaar behandelen. De vakjes bij het thema over natuur en de wereld zijn snel door de kinderen ingevuld. Maar de vakjes bij het thema: “iedereen is anders”, blijven nog leeg. Aan Sverre leg ik voor dat hij het over zijn broer Scott kan doen, die is immers anders. En daardoor is Sverre’s leven ook anders. Hij vindt het een goed idee, maar wil het breder aanpakken en schrijft op in het vakje van drie oktober dat, hij een spreekbeurt zal houden over gehandicapte kinderen. “Hoe schrijf je dat, mama?”, hij wil geen fouten maken. Weken later beginnen we aan de spreekbeurt, samen verzinnen we wat hij wil vertellen. “Misschien wil je vertellen dat je het vervelend vindt als andere kinderen om hem lachen of zijn geluidjes nadoen?”, vraag ik. Hij kijkt me verbaasd aan, “dat doen kinderen toch niet”, hij heeft gelukkig niet in de gaten wat ik soms wel in de gaten heb. Uiteindelijk hebben we een mooie tekst in elkaar, waarin staat wat verschillende handicaps zijn, verstandelijk, lichamelijk en beiden. Hij zal vertellen wat Scott heeft en dat hij ooit als een gezonde baby geboren is. Hij zal ook gaan vertellen dat het niet altijd leuk is om een broer te hebben die gehandicapt is, omdat die broer soms aan je haren trekt en je knijpt, omdat hij het niet vertellen kan. Ook eet die broer je snoepjes op en drinkt je drinken, omdat hij niet snapt dat het niet van hem is. Maar Sverre zal ook vertellen dat het soms wel leuk is, omdat we niet hoeven te wachten in de rij bij de douane op het vliegveld of in een pretpark. En dat we naar de show van de Cliniclowns mochten en naar het dolfinarium tijdens de autidag. Hij zal vertellen dat Scott niet op een school zit maar naar de Vuurtoren gaat. En dat de groepen daar geen cijfers hebben, maar namen zoals Zeehonden, Pelikanen en Dolfijnen en dat Scott bij de Zeehonden zit. Dat ze daar een ballenbak, springkussen en zwembad hebben en dat hij daar mag spelen. Ondertussen zal hij foto’s laten zien en plaatjes via een powerpoint. Sverre zal zijn spreekbeurt eindigen met een zinnetje in gebarentaal, dat hij leert van het piramide themaboekje dat Scott heeft meegekregen: “jongens en meisjes, zijn niet hetzelfde maar anders”.

Ik haal hem op na school, niet zoals gewoonlijk wachtend op het schoolplein, ik ben zo nieuwsgierig hoe het gegaan is dat ik bij het klaslokaal klaar sta. Het eerste dat hij zegt zodra hij me ziet is: “mama, ik kreeg alleen maar pluimen, geen tips!”. Ik ben meteen al trots. De juf vertelt dat hij heel duidelijk en goed hard op sprak. Kinderen zaten met de mond open te luisteren en hadden veel vragen. Zoals wat speelt hij dan? En hoe weet je of hij iets leuk vindt? “Soms weet je dat niet”, was Sverre’s eerlijke antwoord. Op de vraag of Sverre wel van zijn broer houdt, antwoordde hij: “natuurlijk houd ik van hem, hij is mijn broer en je houdt toch altijd van je broer”. De kinderen dachten na, maar waren het er niet mee eens, niet iedereen houdt evenveel van zijn broer. Maar mijn trots groeide nog meer door dit antwoord. Trots en ook emotioneel, dat mijn jongste over dit onderwerp een spreekbeurt wilde houden. Maar ook om de situatie waar hij in zit, waardoor hij deze spreekbeurt kan houden.

Voetbalplaatjes

Sverre staat in de supermarkt bij de tafel waar ze de voetbalplaatjes van de klanten krijgen, die ze zelf niet sparen. De actie is bijna voorbij en het boek nog net niet vol. Hij weet heel goed hoe het moet, om de beurt aan de beurt en de kaartjes eerlijk delen. Hij doet dit niet voor de eerste keer, hij vindt het nu zelfs leuk om mee te gaan naar de supermarkt. Het is niet eens de eerste spaaractie waarbij hij bij een tafel staat. Zo waren er eerder voetbalboeken, van deze supermarkt en van een andere. Zo waren er GoGo’s, kleine figuurtjes waar ik niets van begrijp. Maar ik begreep wel van Sverre dat de gouden GoGo het belangrijkste en mooiste was. En dat het enorm frustrerend was dat hij die nog steeds niet had, gelukkig kwam het goed. De GoGo’s gingen mee naar school en werden in de pauze driftig geruild en zo kreeg hij het verzameldoosje, dat je voor drie euro in de supermarkt kan kopen, compleet. Zo waren er ook webbies, voetbalstickers en dierenplaatjes. Een boek moet compleet, anders is het niet leuk. Zodra het compleet is, is de rage over. De lol er af, zou ik bijna willen zeggen, toch kijkt hij er nog wel eens in en zelfs de honderd dubbele plaatjes, GoGo’s en Webbies mogen niet weg. En zo heeft hij een stapel met verzamelingen aan supermarktstunts. Vandaag zou het mooi zijn als hij dit voetbalplaatjesboek vol krijgt, het is namelijk de laatste dag van deze actie, maandag begint de supermarkt met de pannenactie, maar bij de concurrent kunnen we nog Muppethandpoppen sparen. Sverre staat bij de tafel terwijl ik zoveel mogelijk boodschappen doe, boven de vijftig euro krijgen we namelijk een voetbalposter, alleen vandaag. Als ik al mijn boodschappen heb afgerekend en ingeladen heb, vertelt Sverre me trots dat hij wel 54 plaatjes heeft gekregen, ik vraag of hij ook wel 54 keer bedankt heeft gezegd, maar hij vindt mij tamelijk dom want hij heeft het natuurlijk niet van 54 mensen gehad, maar van veel minder en soms heeft hij wel bedankt gezegd, zegt hij. Ik zeg dat hij bij iedereen moet bedanken en weet dat ik dit nu voor de 54e keer zeg. Hij krijgt er nog een paar van mij bij en een paar van een kennis die we bij de uitgang tegenkomen. Thuis pakken we uit, hij zoekt de nummers uit en ik plak de plaatjes in, zodat ze redelijk netjes in het boek zitten, want samen zijn we een beetje perfectionistisch. Het allerlaatste pakje dat hij openmaakt, blijkt ook het allerlaatste plaatje te zijn dat we nodig hebben. Ik zeg: we, omdat ik alweer net zo hard aan het meesparen ben als hij. Mijn jongste zoon, die daar alleen achter de tafel durft te staan, tussen de andere kinderen. Die tegen een meneer durft te zeggen dat hij niet van mama mee mag lopen naar de meneer zijn auto, omdat de meneer daar nog meer plaatjes voor hem heeft. Wat was ik trots. De meneer kwam terug met de plaatjes uit zijn auto en gaf mijn jongste zoon gelijk. Mijn jongste zoon die zich op deze manier onderscheidt van zijn broers, die niet achter deze tafel kunnen of willen staan. Die het nut niet inzien van het sparen van voetbalplaatjes of GoGo’s. Myron die niet eens achter de tafel wil staan om op die manier zijn broertje te kunnen helpen, maar die wel een gouden GoGo wil, omdat goud veel waard is. Mijn jongste zoon heeft weer een verzameling compleet, door regelmatig achter de tafel te staan en dan soms dank je wel te zeggen, omdat dat volgens zijn moeder zo hoort. Door te ruilen op school en zijn moeder zo gek te krijgen om alleen naar deze supermarkt te gaan en de verkregen plaatjes in te plakken. Zijn verzamelbakken worden te klein, maar waarschijnlijk krijgt hij zijn moeder ook nog wel zo ver een nieuwe bak te kopen, voor de volgende verzameling.

Kerstboom versieren

Ik heb gisteren eindelijk de Kerstboom gezet, de meeste mensen hebben het ding al zeker een week, of zelfs al langer in huis staan. Maar ik heb simpelweg nog geen tijd gehad. We hebben geen boom die je van zolder haalt. En ik doe het zeker niet net als mijn beste vriendin, die alles in de kunstkerstboom laat hangen en het ding in zijn geheel, met een laken erover, op zolder zet. Wij halen een boom bij een boer, wat nog niet meevalt, want het is een slecht bomen jaar. Grote bomen zijn schaars en alle bomen zijn duur. Maar eergisteren reden we dan met een boom in de achterklep, de kinderen klaagden want de takken prikten, op weg naar huis. Met kluit, want dan staat ie langer, niet dat hij dit jaar heel lang hoeft te staan omdat ik zo laat ben met zetten, daarom hadden we wel twee euro korting. Ik vind het leuk om uit mijn vier dozen vol Kerstspullen alle items weer terug te zien, dingetjes van vroeger, de eerste Kerstbal van de kinderen, veel van hout of van stof, vooral niet te veel breekbaar. Mijn Kerststal, waar mijn moeder vijftig jaar geleden de poppen voor maakte van stof, ze beginnen te slijten, maar zijn me zo dierbaar. Vroeger kon ik er uren mee spelen, nu kijk ik erna met een tikkeltje weemoed, want dat is wat Kerst ook doet… Ik zet leuke Kerstbeelden neer, waar een paar weken geleden nog mijn verzameling Sinterklazen stonden. En dan begint de strijd met mijn zoon, Scott draait, enkele van mijn bij elkaar gespaarde beelden, steevast om. Waarom, ik weet het niet. Hij doet het bij mijn Sinterklazen, bij sommige fotolijsten en nu weer bij de Kerstitems. Maar ik houd vol en draai ze terug, het spel is begonnen, de strijd voor de komende drie weken. Ik sluit hem op, roep ik plagend. Over drie weken is het leed geleden en gaan alle ornamenten terug de dozen in, eenzame opsluiting voor mijn Kerstspullen. Scott zal winnen! Tot volgend jaar, want dan begint het spel weer opnieuw.

Sint weet het niet meer

Ik sta voor een schap in de speelgoedwinkel en bekijk het babyspeelgoed. Ik bekijk het babyspeelgoed al dertien jaar en zie dat er best veel nieuws is bijgekomen, maar herken ook de liedjesboeken die ik al jaren op een rij koop. Ik pak iets in mijn hand en voel of het stevig genoeg is voor een kind van tien. Ik druk op de knopjes en kijk of het simpel genoeg is voor mijn kind van tien. Mijn andere kinderen maakten dit jaar weer een lijstje en als ik hun lijstjes vergelijk met de lijstjes van vorige jaren, dan zie ik een duidelijke groei. Scott heeft geen lijstje, hij weet niet eens wat een lijstje is en hij weet al helemaal niet wie of wat Sinterklaas is. “Scott is groot geworden”, zegt Sinterklaas als hij Scotts groep komt bezoeken, dat klopt Sinterklaas, Scott is de hoogte in geschoten. Maar niets is minder waar, Scott is ook klein, hij speelt met babyspeelgoed en ballen. Hij kijkt naar peuter dvd’s, maar peuterspeelgoed is te moeilijk voor hem. Al jaren sta ik voor hetzelfde schap in de winkel, het begon ooit toen ik mijn eerste baby had en het had moeten eindigen toen de jongste eruit groeide. Maar voor Scott sta ik hier weer en mijn gedachten gaan wild door mijn hoofd; “die hebben we twee jaar geleden al gekocht, die vorig jaar, maar is al stuk, ik zou het kunnen vervangen, dan heb ik tenminste iets. Ik kan natuurlijk weer een liedjesboekje kopen, maar hij heeft er al twee. Vorig jaar kocht ik zelfs een roze, om maar eens wat anders te doen. Natuurlijk koop ik ook een bal, ook al liggen er al minstens tien in de schuur.” Ik ga bijna hardop nadenken in de winkel, maar weet me nog net in te houden. Scott geeft niks om die cadeaus, maar ja, als de andere krijgen dan moet hij toch ook. Anders wordt het feest toch ook wat ongeloofwaardig. Ik bestel een pyjama en een leuke trui, doe er een dekbedovertrek bij en koop toch maar wat van dat babyspeelgoed en natuurlijk die eeuwige bal. Hij krijgt minder cadeaus dan de andere, maar dat lijkt niet op te vallen, die geven alleen maar om hun eigen cadeaus. Het Sinterklaasfeest wordt een succes, al snel pakt Scott de bal uit en gaat ballen, we halen hem er weer bij als er nog iets uit de zak wordt gevist voor hem. De pyjama krijgt een knuffel van hem en lijkt zo goed gekeurd. Als hij het muziekspeeltje krijgt, drukt hij veelvuldig het hinnikgeluid van een paard in, waardoor wij het gedicht aan zijn broer niet meer kunnen verstaan. Voor iedereen een geslaagd feest. Maar ik vind het jammer dat het allemaal zo langs hem heen gaat, dat er op zijn lijstje geen grote jongens dingen staan. Al zo vaak is mij goedaardig bedoeld gezegd dat het makkelijker wordt als ze ouder worden, maar wanneer wordt Scott ouder? Ik kreeg een hekel aan het verschonen van zijn luier vanaf het moment dat onze jongste zindelijk werd. Omdat ik nu uit de luiers had moeten zijn, het had een afgesloten hoofdstuk moeten zijn. En zo is het ook met het babyspeelgoed.Nu wordt het Kerst, met de Kerst leggen we altijd een klein cadeautje onder de boom en weer sta ik voor het schap met babyspeelgoed in de speelgoedwinkel.

Duikles

De tranen schieten in mijn ogen als ik hem daar zo zie staan; duikpak aan, duikbril op en op zijn rug flessen. Hij ziet er echt heel stoer uit, mijn oudste zoon van twaalf. Hij krijgt een poefles duiken voor mensen met een beperking. We hebben al gemerkt dat het op een ‘gewone sport’ toch moeilijk voor hem is. Andere kinderen keken hem vreemd aan, als hij iets anders reageerde en de tennisjuf wist niet wat te doen. Hij sloot zich op in zijn eigen wereld. Dat hij als de beste de theorie achter tennis wist, deed er op dat punt niet meer toe. We gingen op zoek naar een passende sport voor hem. “Is schaken iets voor je?”, vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op. “Paardrijden dan?”. Ik keek hem hoopvol aan en had visioenen van samen te paard door het bos. Maar hij zei hard, “nee”. “Judo?, toneel?”, hij bleef nee schudden. Zijn oog viel op duiken, het stond met kleine letters in de activiteiten,- en vrijetijdskrant van MEE (ondersteuning bij leven met een beperking). Er kwam een vakantie,- en vrijetijdsbeurs van MEE en daar mocht Myron een proefles duiken doen. Zelfs Brian mocht meedoen. Ik lette op Scott, die mij en andere toeschouwers verraste door over het hek te klimmen en met één arm in het water te hangen. Geschrokken haalde ik hem bij het water weg. Ik wilde naar mijn oudste kijken, die daar zo dapper het water inging alsof hij het al jaren deed. Hij wist meteen dat dit is wat hij wil, duikles dus. Toen hij vier jaar was zwom hij al meer onder water dan erboven, dus vreemd lijkt het niet. Sinds een paar maanden heeft hij dus duikles voor mensen met een beperking. Waar hij individueel begeleid wordt. Waar hij naast een stukje theorie, de handigheid krijgt van het snorkelen en het duiken met flessen op zijn rug. Eén keer per week zit ik trots aan de kant van het warme zwembad. Hij ziet er heel stoer uit en wat ben ik blij met deze speciale duikschool die zo goed aansluit bij mijn kind.